









Nader te noemen meester
Het komt regelmatig voor dat een koper niet voor zichzelf koopt, maar als “nader te noemen meester” in naam van iemand anders.
Volgens artikel 3:67 lid 1 BW moet de contractant de naam van de echte koper noemen binnen de door de wet, de overeenkomst of het gebruik en anders binnen een redelijke termijn. Na aanwijzing van de nader te noemen meester treedt deze (rechts)persoon in de rechten en verplichtingen van de contractant. De contractant is de gevolmachtigde van de echte koper, de volmachtgever.
Doet de contractant dat niet of te laat, dan wordt deze (rechts)persoon geacht de koopovereenkomst voor zichzelf te zijn aangegaan en daarvan de gevolgen te dragen.
Op 18 juni 2013 kwam het Hof in Amsterdam tot een interessant oordeel over "de nader te noemen meester". In dit geval werd de naam van de meester pas in de leveringsakte genoemd, na een aantal allonges op de koopovereenkomst waarin alleen de contractant werd genoemd en vertragingen waarvoor de contractant verantwoordelijk was.
Vanwege de wanprestaties van de contractant had verkoper de contractant en de nader te noemen meester aangesproken tot nakoming.
Het Hof kwam tot de conclusie dat de naam van de meester in dit geval niet binnen de wettelijk vereiste redelijke termijn en zonder voorbehoud is genoemd met als gevolg dat uitsluitend de contractant – en niet de nader te noemen meester c.q. de volmachtgever – is gehouden tot nakoming.
Daarnaast kwalificeerde de enkele vermelding van de naam van de meester in de leveringsakte niet als het zonder voorbehoud noemen van die naam door contractant. Vereist is een in voldoende duidelijke bewoordingen gedane mededeling.
Meer weten? Neem contact op met Ottilie Laan
Bel direct op: 020 - 612 18 06
Of stuur een email